Sint-Bernard

De Sint-Bernard komt van oorsprong uit de Zwitserse bergen. Hij speurde naar mensen op die in de sneeuw verdwaald of erdoor bedolven waren en wordt vaak afgebeeld met een cognacvaatje aan zijn halsband. Het grootbrengen van een jonge Sint-Bernard kan een kostbare zaak zijn, aangezien hij tijdens het opgroeien zeer goede voeding nodig heeft. Zoals voor alle grote rassen geldt ook voor de Sint-Bernard dat hij tot hij volledig volgroeid is, teveel inspanning moet vermijden om problemen aan botten, gewrichten en pezen te voorkomen. Hoewel de meeste volwassen exemplaren niet meer zo springerig zijn als in hun jeugd, is het raadzaam de hond zo vroeg mogelijk te leren dat hij niet aan de lijn mag trekken.

Er zijn twee verschillende vachten bekend: korthaar en langhaar. Voor beide vachten geldt dat ze niet extreem veel onderhoud vragen, maar tijdens de verharingsperioden is dagelijks grondig borstelen vereist. De kleur is meestal wit met rode of gestroomde platen; witte aftekeningen zijn voorgeschreven op de borst, poten en staartpunt. Verder horen ze een witte nekvlek of kraag en een witte bles te hebben.

De hond is doorgaans vriendelijk en zachtaardig, maar hij kan verrassend uit de hoek komen als een inbreker je huis met een bezoek vereert of iemand het op jouw of je gezinsleden gemunt heeft.

Sint-Bernards zijn krachtige, massieve honden met zware botten.

Grootte --> zeer groot, reu: minimaal 70 cm, teef: minimaal 65 cm, 60 - 75 kg

Vachtverzorging --> gemiddeld tot veeleisend

Beweging --> gemiddeld

Voeding --> veeleisend

Karakter --> evenwichtig, goedaardig

Maak jouw eigen website met JouwWeb