Castratie

De nadelen van het castreren van reuen en teven wegen niet op tegen de voordelen. Alle problemen die met geslachtsdrift te maken hebben, worden uit de weg geruimd. Gecastreerde reuen zwerven niet en gecastreerde teven worden niet loops. 

Zowel reuen als teefjes kunnen vanaf zes maanden worden gecastreerd. Het is niet nodig te wachten tot de teef haar eerste loopsheid heeft gehad. Tot op zekere hoogte geldt dat hoe eerder de castratie wordt uitgevoerd, hoe minder gecompliceerd de operatie is. Het vroeg laten castreren betekent niet dat de hond niet geestelijk volwassen wordt.

Aan de castratie kleven enkele nadelen. Nadat honden van bepaalde rassen zijn gecastreerd, wordt hun vacht zwaarder en pluiziger. Dit gebeurt bij rassen zoals de Ierse Setter en de Cocker Spaniel, die van nature een zijdeachtige vacht hebben.

Reuen en teven worden vaak dikker als ze gecastreerd zijn. Dit is echter geen vaste regel. Om te voorkomen dat je hond aankomt na de castratie kun je hem gewoonweg wat minder voer geven.