Basenji

De Basenji zou oorspronkelijk uit het Midden-Oosten komen, maar komt al meer dan driehonderd jaar in Centraal-Afrika (Congo) voor. Het ras kwam in de jaren '30 vanuit dit gebied naar Europa.

De Basenji heeft een lichte bouw, rechtopstaande oren en een kleine, stevig tegen de rug aangedrukte krulstaart. Opvallend zijn de vragende blik en het gerimpelde voorhoofd. Basenji zijn doorgaans erg nieuwsgierig van aard. Ze staan bekend om het feit dat ze niet blaffen, maar een soort gejodel laten horen. De zeer korte en dichte vacht is heel gemakkelijk te verzorgen, ook omdat deze honden niet hun eigen vacht schoonhouden op dezelfde manier als katten dat doen.

De toegestane vachtkleuren zijn zwart met wit en rood met wit. Driekleurige Basenji komen ook voor, maar zijn vrij zeldzaam. Met zijn soepel tred wekt de Basenji de indruk dat hij niet moe te krijgen is. Toch heeft hij niet zo veel beweging nodig. Ook qua voeding stellen ze geen hoge eisen.

Grootte --> klein tot middelgroot, 40,5 - 43 cm

Vachtverzorging --> minimaal

Beweging --> gemiddeld

Voeding --> gemakkelijk

Karakter --> intelligent, aanhankelijk