Honden kunnen allerlei speciale taken vervullen, maar het allerbelangrijkste is dat ze goed opgevoed zijn, zodat ze hun baas niet in problemen brengen. De hond moet daarom leren een aantal basiscommando's van zijn baas goed op te volgen. Dit betekent niet dat de hond met alle geweld onderdanig moet zijn aan zijn dominante eigenaar.

Honden werken graag voor een beloning, zoals een aai, een vriendelijk woord of lekker hapje, maar ze moeten wel weten wat je van hen verlangt. De belangrijkste regel is dan ook: wees duidelijk tegen je hond.

Neem bijvoorbeeld een hond die lekker los aan het rennen is. Je roept hem, maar hij komt niet. Je wordt kwaad en roept hem weer met een boze stem, en nog steeds komt hij niet naar je toe. Dus jaagt je achter hem aan, krijgt hem te pakken en geeft hem een tik, misschien met zijn riem. De hond leert op deze manier het volgende: als mijn baas me roept, ren ik weg, want als hij me te pakken krijgt, krijg ik een tik. Als de baas een riem in zijn handen heeft, moet ik maken dat ik wegkom, want die lijn gebruikt hij om mij te slaan. De hond redeneert dus volkomen logisch en vraagt zich echt niet af waarom je die riem gebruikt. De tweede belangrijke regel is dan ook: denk als een hond, niet als een mens.

De eerste lessen laat je bij voorkeur in je achtertuin of ergens anders waar het rustig is plaatsvinden. De pup is zich er inmiddels van bewust dat er een lijn aan zijn band bevestigd is, maar weet nog niet dat die lijn zijn bewegingen kan gaan hinderen. Pak de lijn op, geef je pup het commando 'volg' en begin te lopen. Als de pup aan de lijn trekt, sta dan direct stil en moedig hem aan naar je toe te komen met bijvoorbeeld een lekker hapje. Trek in elk geval niet aan de lijn. Loop weer verder en houd het lekkers voor zijn neus, maar zorg dat hij er niet bij kan. Zo overwint je pup al snel zijn angst voor de vrijheidsbeperking die de lijn hem oplegt. Herhaal deze eerste stapjes zo lang het nodig is, maar steeds in sessies van hooguit een paar minuten.

Veel professionele trainers zijn er geen voorstander van om lekkers tijdens de trainingen te geven, omdat de honden dan verwachten dat ze steeds iets lekkers krijgen als ze iets goed hebben gedaan. Zij hebben natuurlijk gelijk, maar houd er rekening mee dat de ene hond gemakkelijker te trainen is dan de andere. Een Border Collie doet zijn baas zo graag een plezier dat een aai over de kop voldoende beloning is.

Een pup zal proberen onder de druk van de lijn uit te komen en zal zo nu en dan pogingen ondernemen aan de lijn te trekken om je uit te proberen. Dit is het punt waarop alles mis kan gaan. De eigenaar beantwoordt het trekken door terug te trekken en de hond maakt hieruit op dat het heel normaal is om in de lijn te hangen en de eigenaar achter zich aan te slepen. Roep de hond terug en stop onmiddellijk met wandelen. Beloon hem en geef hem zelfs wat lekkers wanneer hij bij je komt. Begin weer opnieuw en houd de pup aan een korte lijn, zodat hij niet voor je kan gaan lopen. De leider van de roedel loopt immers altijd voorop.

Het volgende dat je jouw hond kunt leren is 'zit' en 'af' (liggen). Laat je hond staan en houd de lijn kort, zodat hij niet op kan springen. Houd een lekker hapje voor zijn neus en beweeg het langzaam naar de achterkant van zijn kop. Hij zal dan gaan zitten en zijn hoofd achterover houden om het hapje te kunnen pakken. Geef hem vervolgens het hapje. Herhaal de oefening en vergeet niet steeds het commando 'zit' uit te spreken.

Het commando 'af' ligt in het verlengde van 'zit'. Als je hond eenmaal kan zitten op commando, geef hem dan het commando 'zit' en houd een koekje tussen zijn voorpoten. Druk de hond vervolgens iets naar beneden en geef hem het commando 'af'.

Twee hondensporten zijn in korte tijd erg populair geworden: behendigheid en flyball.

Bij behendigheid is het de bedoeling dat de deelnemers zo snel en foutloos mogelijk een parcours afleggen met onder andere een wip, een tunnel, sprongen en stil staan op een tafel. De tijd wordt opgenomen en voor eventuele gemaakte fouten worden punten afgetrokken.

Flyball trekt mensen aan die wel van een beetje spanning houden. De flyballbaan is kort en recht en aan het einde staat een kist met een pedaal. Op het signaal van de eigenaar rent de hond naar de kost toe en springt hij op het voetpedaal. Daardoor schiet er een balletje uit het apparaat omhoog, dat de hond probeert te pakken. Vervolgens rent de hond terug naar de baas om de bal af te geven. Ook hier wordt de tijd opgenomen.