De Norfolk Terriër en zijn oudere neef de Norwich Terriër zijn twee verschillende rassen met een vrijwel gelijke lichaamsbouw. Het grote verschil zit hem in de oren: de Norwich heeft rechtopstaande en de Norfolk hangende oren.

Het zijn enthousiaste hondjes met een stevige bouw. Ze zijn van oorsprong gefokt voor de jacht op vossen, dassen en ratten. Ze achtervolgden hun prooi tot ver onder de grond. Nog steeds is die achtergrond merkbaar: ze houden van graven.

Ze hebben een stugge, draadachtige vacht die rond de hals en schouders wat langer is. De kleur van de vacht is rood, tarwekleurig, black and tan of grizzle. Een beetje wit op de borst is wel toegestaan, maar wordt op tentoonstellingen niet gewaardeerd. De verzorging van de vacht is vrij eenvoudig: zo nu en dan moet oud haar en te veel haar uit de vacht worden geplukt. Tussen de trimbeurten door is een regelmatige kam- en borstelbeurt voldoende om de vacht in goede conditie te houden.

Hoewel er afgezien van de oordracht weinig verschillen te bespeuren zijn, worden de Norfolk en Norwich op hondententoonstellingen apart gekeurd.

De rassen zijn ongecompliceerd en vriendelijk van aard. Het zijn geen vechtersbazen.

Grootte --> klein, 25 cm, 6,5 kg

Vachtverzorging --> eenvoudig

Beweging --> gemiddeld

Voeding --> niet veeleisend

Karakter --> alert, vriendelijk en dapper