Vanaf jonge leeftijd kunnen pups het woord 'nee' begrijpen. Hun moeder heeft hen al wat discipline bijgebracht en het is aan jouw om dat voort te zetten. Neem bijvoorbeeld het bekende spelletje van het bijten op je schoenveters. Een tikje op de neus en een duidelijke 'nee' zal de pup goed begrijpen. Zo leert de pup dat er dingen zijn die hij niet mag en dat 'nee' ook 'nee' betekent.

Een speels hapje in iemand die ze lager in rang beschouwen, kan ontaarden in een heuse beet om hun rang meteen vast te leggen. Smoor dit gedrag meteen in de kiem: een met een zware stem uitgesproken 'nee' kan je in de toekomst heel wat problemen besparen.

Het zindelijk maken van je puppy is je hoogste prioriteit. Er zijn twee manieren om een pup te leren waar hij zijn behoefte wel en niet mag doen. Voor de eerste manier is constante oplettendheid geboden. Een pup hurkt om een plas of een hoopje te doen. Pak de pup direct op als je ziet dat hij aanstalten maakt en zet hem vervolgens buiten neer. Wanneer je pup in de fout gaat, straf hem dan niet. Hij weet nog niet wat er van hem verlangd wordt en heeft in die zin nog niets verkeerds gedaan. De tweede manier is om in de kamer waar de pup verblijft de hele vloer te bedekken met kranten. Zo leert hij dat krantenpapier het ideale materiaal is om zijn behoefte op te doen. Als je elke dag wat minder kranten neerlegt, zal de pup steeds minder ruimte hebben om zijn behoefte te doen. Het idee is dat je op een gegeven moment de kranten buitenshuis neerlegt en dat de pup de kranten blijft gebruiken tot hij begrijpt dat hij geacht wordt uitsluitend buitenshuis zijn behoefte te doen. Een combinatie van beide ('s nachts kranten gebruiken en overdag goed opletten) is ideaal.

Probeer de pup ervan te overtuigen dat een lijn iets leuks is. Doe de pup eerst de halsband om. Dit zal vreemd aanvoelen en aanvankelijk zal hij proberen het bandje kwijt te raken. Met lekkere hapjes leid je hem af, zodat hij vergeet dat hij een bandje om heeft.

Als je pup gewend is aan de halsband, bevestig je een licht lijntje. Houd het lijntje nog niet vast, maar laat de puppy er een tijdje mee rondlopen, zodat hij eraan kan wennen. Neem uiteindelijk het uiteinde op en trek er zachtjes aan terwijl je de pup naar je toe lokt met wat lekkers.

Wagenziekte moet snel de kop ingedrukt worden, omdat de pup het autorijden anders met braken gaat associëren. De pup zal dan hevig gaan kwijlen zodra je hem in de auto zet. Wanneer je er niets aan doet, wordt de pup bang voor autorijden en krijgt hij er een hekel aan.

Soms is het voldoende de pup steeds mee te nemen op korte ritjes. Als de pup leert dat hij in de auto kan zijn zonder ziek te worden - en helemaal als er een wandeling aan het einde van de rit wacht - kan hij zijn zenuwachtige reactie vlot overwinnen.

Als dit niet werkt, zijn pilletjes tegen wagenziekte de enige oplossing. Ze moeten ongeveer een uur voor de reis gegeven worden. Een bijwerking van de meeste pilletjes is slaperigheid.