Puppygedrag

Een van de verschijnselen van roedelgedrag is hiërarchie en dus ook dominantie. Puppy's zijn veel bezig met uit te vinden wat hun plek in de rangorde is. Ze kunnen dat alleen doen door zich te laten gelden.

De positie van de hond moet vaststaan zodra de hond in zijn nieuwe thuis komt. Hij moet leren dat alle mensen in rang boven hem staan. Er is een aantal eenvoudige richtlijnen om dit de hond duidelijk te maken.

De leider eet altijd eerst. Het is vaak wel gemakkelijk om de hond eerst eten te geven, maar voor de hond is dat erg verwarrend.

Met aanraking en contact spreek je een duidelijk taal die de hond goed begrijpt. Door de hond dagelijks te borstelen en te kammen en hem stil te laten staan, laat je hem duidelijk merken wie er de baas is.

Sommige pups voelen zich dan beledigd - dit zijn de dominantere pups - en gedragen zich alsof je hen pijn doet. Negeer dit gedrag en zet door. Alle pups zijn in staat om snel te leren dat het je menens is.

De meeste jonge pups nemen graag iets in hun bek, ook je vingers. Dit kan ontaarden in daadwerkelijk bijten. Het is heel normaal dat pups graag iets in hun bek nemen, maar happen naar je vingers is het begin van dominant gedrag.

Touwtrekspelletjes zijn leuk, maar kunnen al gauw ontaarden in een wedstrijdje wie de baas is. Wanneer je toch dergelijke spelletjes doet, doe ze dan op een rustige manier en stop er direct mee als de pup te enthousiast wordt. Geef het speeltjes daarna niet aan de hond, maar berg het op.

Honden rennen graag achter een grote geschikte bal aan. Leer je hondje dan wel de bal bij je terug te brengen, zodat je niet zelf achter de hond aan hoeft te rennen. Doe onverschillig als de pup met de bal wegrent en beloon hem met vriendelijke woorden en een aai als hij hem weer bij je terugbrengt. Dit is het begin van de gehoorzaamheidstraining.